Nieuws

Je mag gerust stellen dat de natuur een medicijn is

Emeritus hoogleraar Dirk Avonts wijst op de positieve gezondheidseffecten van een groene omgeving.

In onderstaand artikel wordt bevestigd dat tijd doorbrengen in de natuur en in een groene omgeving de gezondheid bevordert. De architect en projectontwikkelaar van nieuwbouwproject Agnetenpark spelen hier alvast gretig op in. Met zijn stadspark, muziektuin, kloostertuinen en park rond de gebouwen kunnen bewoners volledig tot rust komen, genieten en ontspannen in het groen. Lees hier alle gezondheidsvoordelen van wonen en leven in het groen.

Schrijft de dokter u binnenkort regelmatige wandelingen in de natuur voor? Als het aan emeritus hoogleraar huisartsen­ geneeskunde Dirk Avants ligt wel. Van het hart tot het brein: een dosis groen blijkt vaak een effectief medicijn. 'Stadsontwikkelaars zijn de artsen van morgen.·

Een meer natuurlijke leefomgeving is een noodzaak", zegt Dirk Avonts, emeritus hoogleraar huisartsengeneeskunde aan de U-Antwerpen en districtsraadslid voor Groen in Wilrijk. Niet alleen om de achter­uitgang van de biodiversiteit een halt toe te roepen, maar ook voor onze eigen ge­zondheid. Want zolang u niet te veel aan vleermuizen likt, tegen een teek aanloopt of de laatste adem van met vogelgriep be­smette avifauna opsnuift, heeft de natuur heel wat gezondheidsvoordelen te bieden, betoogt Avonts samen met collega Roy Remmen en milieuwetenschapper Hans Keune (beiden U-Antwerpen) in het boek Natuur op doktersvoorschrift.

Natuur als medicijn, dat klinkt een tikje zweverig.

"Ja, maar dat is het niet. Tot voor kort dacht ik zelf dat de natuur vooral een aan­genaam decor is. We weten bijvoorbeeld dat bewegen gezond is, en dat is aangena­mer in de natuur. Maar de laatste jaren is het inzicht gegroeid dat die natuur zelf een positieve impact heeft op veel voorkomen­de ziektes. Het gaat om effecten die verge­Iijkbaar zijn met de impact van sommige geneesmiddelen, en dus kunnen we te­recht stellen dat natuur een medicijn is."

Een groene omgeving is volgens jullie onder meer een krachtig medicijn voor het hart.

"Het effect van natuur op het hart is vergelijkbaar met dat van cholesterolremmers. Studies laten een daling van het risico op een hartinfarct of beroerte met 10 tot 30 procent zien. Dat heeft poten­tieel een groot effect op de samenleving, want hart- en vaatziekten zijn de belang­rijkste oorzaak van sterfte en verminderen­ de levenskwaliteit."

En dus moeten we investeren in meer groen ook als een gezondheidsmaat­regel zien, zoals de terugbetaling van cholesterolremmers?

"Precies. Aan mijn studenten zeg ik: de stadsontwikkelaars zijn de dokters van morgen. Een belangrijk punt is wel dat natuur
een complementaire behandeling is. Het is niet de bedoeling dat mensen hun cholesterolremmers vervangen door een boswandeling. Beide vullen elkaar aan."

Hoe werkt die gunstige invloed van natuur op het hart precies?

"Het precieze werkingsmechanisme ken­nen we nog niet. Er zijn wel verschillende hypotheses, en effecten zijn niet altijd makkelijk van elkaar te onderscheiden. Zo weten we dat een groene omgeving aanzet tot beweging en dat natuur een rustgevend effect heeft. Recenter is er ook meer aan­ dacht voor de gunstige effecten van diverse micro-organismen die leven in een groene omgeving. Die komen via de lucht in ons lichaam en uiteindelijk ook in onze darmen terecht. En van de bacteriegemeenschap in onze darm weten we dat ze een invloed heeft op ons immuunsysteem.

"We staan op dit moment waar de mi­crobiologie ongeveer 200 jaar geleden stond. De Britse wetenschapper John Snow stelde toen een verband vast tussen het krijgen van cholera en het drinken van bepaalde waterbronnen. Hij had geen idee hoe dat kwam. Maar dat verhinderde hem niet om het probleem aan te pakken, door die waterputten niet meer te gebrui­ken. Nu is het net zo: het is niet omdat we het precieze mechanisme niet begrijpen dat we niets kunnen doen."

Bewegen in een groene omgeving zou goed zijn tegen diabetes. Maar ligt dat dan aan dat groen of aan het bewegen?

"Aan beide. Het rustgevende effect van natuur doet de hoeveelheid cortisol in het bloed dalen, en hoge cortisolniveaus ver­ hogen het risico op diabetes. Een groene leefomgeving nodigt ook meer uit tot be­wegen. In de groenste woongebieden is de kans om diabetes te ontwikkelen bijna 20 procent kleiner dan in de minst groene gebieden."

Welke dosis natuur is er dan nodig voor gunstige effecten?

"Canadese onderzoekers stellen de 3/30/300-regelvoor. Elke woning zou moe­ten uitkijken op 3 bomen. In een woonwijk zou 30 procent van de oppervlakte met boomkruinen bedekt moeten zijn. En op zo'n 300 meter afstand van elke woning zou er een natuurgebied of parkje van min­stens 1 hectare moeten zijn. In Canada, waar het stikt van de bo­men en bossen, is dat vrij evident. De kunst is om die regel toe te passen bij stadsontwikkeling. Zodat je ook wanneer je in de stad woont de indruk hebt dat je in een bos woont. Je zou wijk per wijk moeten bekijken wat nodig is om pakweg tegen 2050 aan de 3/30/300-regel te vol­doen. Een bijkomend voordeel is dat het effect daarvan het grootst is wanneer je achtergestelde wijken aanpakt, omdat mensen in een zwakkere sociale positie doorgaans in slechtere gezondheid zijn."

Is het vooral een kwestie van kwantiteit, of telt de kwaliteit ook?

"We zien dat de positieve effecten van na­tuur vaak recht evenredig zijn met de bio­diversiteit. Dat heeft mogelijk te maken met de gunstige invloed van micro-organismen en van allerlei stoffen die plan­ten, bacteriën en schimmels afscheiden. Hoe gevarieerder de natuur, hoe groter de kans dat je met de juiste stoffen in contact komt. Amerikaanse onderzoekers vonden bijvoorbeeld een lineair verband tussen de biodiversiteit van boomgemeenschap­pen in de stad en overlijdens aan hartaandoeningen. En Duitse wetenschappers vonden een verband tussen de diversiteit aan planten en vogels en het aantal mensen met psychische aandoeningen. Maar hoe belangrijk biodiversiteit precies is voor de gezondheid, is nog onduidelijk, in het bijzonder wanneer het om de positie­ve effecten van natuurbeleving gaat. Het onderzoek daarnaar staat nog in de kin­derschoenen."

Hoe heeft natuur precies een positieve impact op onze mentale gezondheid?

"Er zijn aanwijzingen dat mensen met de­pressieve gevoelens in de natuur ontvan­kelijker zijn voor positieve gedachten. Zo bleken patiënten die cognitieve gedrags­therapie volgden in een bosrijke omge­ving sneller te herstellen dan wie klassiek in de spreekkamer bij de therapeut zat. Maar natuur is zeker geen wondermiddel voor een goede geestelijke gezondheid."

Tijd in de natuur doorbrengen heet in elk geval goed te zijn tegen overprikkeling.

"Ons brein heeft de neiging om altijd te fo­cussen op wat nieuw is, want dat kan po­tentieel gevaar betekenen. Je kunt prikkels van bijvoorbeeld je smartphone daardoor niet negeren. Natuurgeluiden hebben daar­entegen een rustgevend effect op ons auto­noom zenuwstelsel. Omdat het een geluidslandschap is dat we in de loop van de evolutie hebben leren associëren met vei­ligheid. In een stille omgeving kan je moge­Iijk gevaar namelijk al van ver horen. Op die manier helpt tijd in de natuur doorbrengen tegen zogenoemde aandachtsmoeheid. Naast de positieve invloed van natuur­ geluiden zijn er aanwijzingen dat zogenoemde fractaalstructuren in de natuur een rustgevend effect hebben. Kijken naar de zich steeds herhalende patronen in golvend water, bladeren en takken helpt ons te recupereren van stress."

Daarvoor hoef je zelfs niet per se je laar­zen aan te trekken, zo blijkt.

"Nee, zelfs foto's, schilderijen en kijken naar een natuurdocumentaire doen de hartslag al vertragen en hebben een ontspannend effect. Al is het effect van 'virtuele' natuur minder uitgesproken dan wanneer alle zintuigen betrokken zijn."

Het effect van natuur op zwangere vrouwen vergelijken jullie met het slik­ken van vitamines of foliumzuur.

"Foliumzuur slikken optimaliseert de groei van de foetus en verkleint het risico op een baby met een open ruggetje. Het effect
daarvan is op individueel niveau klein, maar omdat er zoveel zwangere vrouwen zijn, maakt het op populatieniveau wel een verschil. Met groen is het net zo. Amerikaans on­derzoek toont aan dat meer bomen rond de woning de kans verkleinen dat een baby te vroeg geboren wordt. Hoe dat komt, is niet duidelijk."

Er wordt de laatste tijd ook opgeroepen om kinderen meer in de natuur te laten spelen.

"Terecht. De positieve impact daarvan op problemen met allergieën is duidelijk aan­getoond. In contact komen met allerlei micro-organismen traint het immuunsys­teem. Kinderen die vaker in de natuur spelen, zijn daardoor beter beschermd te­gen allergieën dan kinderen die opgroeien als een kasplantje. Het is dus goed als kin­deren zich af en toe eens flink vuilmaken. Komen ze proper uit het bos, stuur ze er dan terug in. (lacht) Daarnaast zijn er aanwijzingen dat spe­len in de natuur het mentale welzijn op la­tere leeftijd ten goede komt."

Hoezo?

"We zien dat kinderen die opgroeien in een groene omgeving later minder risico op psychische aandoeningen hebben. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat een natuurlijke omgeving wat risicovoller is dan een speeltuintje, waar de ontwerpers alle risico's al voor jou hebben beperkt. Dat biedt kinderen meer mogelijkheden om gevaar en risico's in te schatten. Het idee is dat die manier van denken kinderen ook later in het leven wapent om met uitdagingen om te gaan."

Hoeveel tijd moet een mens in het groen doorbrengen voor een positief effect?

"Twintig minuten Iijkt een minimum, an­ders werkt het niet. Je moet er dan wel met je volle aan­ dacht bij zijn, en niet de hele tijd
op je smartpho­ne zitten te tokkelen. En boven de twee uur zien we nog weinig extra effect. Voor een doorsnee ste­deling lijkt het dus een goed advies om en­kele keren per week minimaal 20 minuten in de natuur door te brengen. Sommige stu­dies tonen ook positieve effecten wanneer je enkel in het weekend het groen opzoekt, maar zeker om aandachtsmoeheid tegen te gaan is het beter dat regelmatiger te doen."

Zijn er andere landen waar we iets van kunnen leren?

"Zuid-Korea zet bijvoorbeeld al heel lang in op tuinieren in woon-zorgcentra. Onder­ zoek daar toont aan dat tuinieren de cognitieve achteruitgang kan vertragen. Het ef­fect is volgens sommige studies te vergelijken met het effect van de genees­middelen tegen de ziekte van Alzheimer."

In hoeverre zijn de voordelen van natuur te wijten aan het placebo-effect: kan louter het idee dat natuur goed voor ons is de positieve invloed verklaren?

"Dat effect is er zeker. Dat speelt bij gewo­ne medicatie ook, en dat is geen probleem. Maar het onderzoek laat duidelijk zien dat de gemeten effecten het placebo-effect overstijgen."

Zijn we wel zeker dater sprake is van oorzakelijke verbanden? Zijn mensen die in een groene omgeving wonen niet sowieso rijker, hoger opgeleid en dus gezonder?

"De analyses die het effect van natuur onderzoeken houden rekening met dat soort verstorende factoren, om de impact van natuur te kunnen isoleren. Maar dat je een statistisch verband vindt, betekent inderdaad niet automatisch dat het om een causaal verband gaat. We zien wel dat effecten sterker zijn naarmate er meer groen aan­wezig is."

Dit lijkt bij uitstek een domein waarin het risico groot is dat we effecten over­ schatten, omdat we graag willen geloven dat natuur goed voor ons is.

"Die bezorgdheid is terecht. Vaak vinden studies statistisch significante effecten, die echter zo klein zijn dat ze in de praktijk nauwelijks relevant zijn. Om te ver­mijden dat we voordelen overschatten, hebben we in het boek enkel onder­zoek opgenomen dat is bevestigd door bijkomen­de studies."

Is de titel van het boek letterlijk te nemen? Moet de dokter ons na­tuur voorschrijven?

"Bij het buitengaan de patiënt nog even aanmanen om eens wat vaker een boswandeling te ma­ken werkt niet. Leg uit waarom dat goed is, zoals je ook uitlegt waarom ie­mand een medicijn moet slikken of meer moet bewegen. Maak het concreet: waar in de buurt van de patiënt is er natuur, en wat is de meest geschikte plek om naartoe te gaan. We hebben dat getest met huisartsen in opleiding. Als je dat zo concreet aan­pakt, vinden de meeste mensen dat hele­maal niet vreemd of soft. En 60 à 80 pro­cent volgt dat advies. Artsen zouden de positieve effecten van natuur meer au sérieux moeten nemen en er een structureel onderdeel van een totaalpakket van maken, net als gewo­ne medicijnen."

Bron: De Morgen.


Agnetenpark Agnetenpark Agnetenpark